Maart 2012
Voorwoord
Dakloos, maar wel op Facebook
Vrijdag 16 maart 14u05. Alba – Herent is dakloos. Maandag zijn ze begonnen, de dakwerkers. Eerst met veel geweld de oude pannen er af gegooid. Veel lawaai, maar ook veel stof en gruis. Een grote camion met kraan die een hele dag naast je raam staat te ronken en stinken. Dat is niet zo bevorderlijk voor de concentratie, en ook niet voor de interne noch voor de externe communicatie. De volgende dag was het niet beter, integendeel. We zaten zo goed als onder de blote hemel. Toen bleek het dak ook nog eens 8 cm doorgezakt. Dit werd met nog wat meer geklop en gehamer snel opgelost door de vlijtige dakwerkers, maar de administratie kreeg het toch wat benauwd. “Ge kunt niet lager vallen dan de grond” kregen we als geruststellende wijsheid voorgeschoteld. Maar toen gingen ook nog eens de dakramen er uit, want ook die zaten scheef. En wat scheef is moet recht! Toen zaten we op de zolderverdiepen in het donker. Die van Oikoten hielden het voor bekeken en verlieten het fort: een mini-onthemingsproject bij wijze van team op café. Misschien niet echt de ideale omstandigheden voor een team in transitie?
Vrijdag 16 maart 14u15. Oikoten is bodemloos. Op 17 februari trokken Det en Jo met al het denkwerk van de voorbije maanden naar het kabinet onder hun hoed. Bleek echter dat de tijd nog niet rijp was om over onze toekomstdromen te praten. De boot werd nog wat afgehouden. Eerst en vooral moesten er budgetaire knopen worden doorgehakt. Een maand is intussen voorbij gegaan. En we wachten nog steeds af. Weinig houvast. Weinig zekerheden. Weinig grond onder de voeten. Wachten op een telefoontje?
Vrijdag 16 maart 14u25. Dakloos en bodemloos maar de weg loopt voort. De eerste projecten van 2012 zijn vertrokken. In het jubileumboek worden de laatste puntjes op de i gezet. De lucht hangt vol blijde verwachting, immers, de lente komt er aan. Het getweet komt na de kille wintermaanden niet enkel meer van twitter. Straks worden alle Alba-vriendjes ook via facebook op de hoogte gebracht van ons reilen en zeilen… Ook Alba zet dus de eerste pasjes in de wondere wereld van de nieuwe/sociale media. We zijn daar niet alleen en het loopt, ook daar dus soms wel scheef. Ook in de virtuele realiteit, blijkt uit de verschillende ervaringen binnen Alba, is er nood aan normen en regels. Grenzen. Bodems. Daken.
Marjan
Pesten in cyberspace: een onschuldig tijdverdrijf?
De nieuwe media zegt iemand van het BAL-team, kunnen we daar niks mee voor de nieuwsbrief van Alba? En we vragen aan Koen om het te schrijven, das onze IT-specialist (gniffel, gniffel). Wat mijn collegas niet beseffen is dat ik net een artikel in Panopticon heb gelezen over cyberpesten, en al enkele bemiddelingsdossiers had rond dit thema.
Lieve Lembrechts, doctoraatsstudent aan de Universiteit Hasselt, beet zich de laatste jaren vast in dit onderwerp. Ze las tientallen wetenschappelijke werken en deed zelf een onderzoek bij 456 scholieren uit de derde graad van het secundair onderwijs. Zij focust zich op cyberpesten en meer specifi ek op cyberpesten door middel van fotos. Uit de literatuur die ze doornam bleek dat wereldwijd 5 tot 10 % van de tieners gepest wordt via fotos of videos, verspreid via het internet. De pesters viseren vaak medeleerlingen en doen dit meestal in groep. Ze pesten voor de grap, om zich beter te voelen of als wraak. Volgens de meeste onderzoeken zouden jongens en meisjes even vaak dader als slachtoffer zijn. Daders worden vaak slachtoffer en slachtoffers dader. Pestgedrag neemt toe met de leeftijd. Daders en slachtoffers blijken meer probleemgedrag te vertonen op school: spijbelen, bedrog plegen op examens, schorsing omwille van hun slecht gedrag. Slachtoffers voelen zich vaak gefrustreerd (42%) of boos (40%), maar ook heel wat slachtoffers (22%) geven aan zich niet te storen aan het pestgedrag. Cyberpesters viseren zowel klasgenoten als onbekende slachtoffers.
Uit haar eigen onderzoek van 2008 bij 456 leerlingen komen gelijkaardige resultaten: iets meer dan 10% van de scholieren werd via al dan niet bewerkte fotos gepest en 9% pestte zelf op die manier, in een tijdspanne van zes maanden voor de bevraging. Slechts 8% van wie pestte met onbewerkte fotos en 16% van wie pestte met bewerkte fotos werd daarvoor gestraft. Ongeveer de helft van de slachtoffers zat op dezelfde school als de dader. Een grote meerderheid van de slachtoffers (75%) vond de pesterijen niet erg. Jongens cyberpesten iets vaker dan meisjes, maar zijn er even vaak slachtoffer van. Cyberpesten via fotos gebeurt vaker bij bekenden dan cyberpesten met teksten; dat heeft te maken met het feit dat je gemakkelijker toegang hebt tot fotos van bekenden!
En wat zegt onze eigen bemiddelingspraktijk over cyberpesten via fotos?
Liesbeth spit spontaan 2 dossiers boven en met de 2 van mezelf kunnen we een beeld geven van wat we de laatste jaren op dit vlak tegenkwamen. De gebruikte namen zijn fictief.
“Enkele klasgenoten van Carlo zetten een ‘anti-Carlo-blog’ op het internet waarin hij als een agressief monster wordt afgeschilderd, o.a. met bijgewerkte foto’s. De blog krijgt een ruime verspreiding. De politie laat de blog verwijderen en klasseert de klacht van de ouders van Carlo. Carlo verandert van school. Na een jaar duikt dezelfde blog terug op, weer met heel veel beledigende reacties, ook van onbekenden. De blog wordt weer verwijderd, de klacht wordt weer geseponeerd maar het parket doet nu wel een aanbod van bemiddeling aan Carlo en aan één jongen, Jef, die een lichte belediging had toegevoegd aan de blog. Carlo voelt zich erg vernederd door de blogs en zijn zelfvertrouwen is ernstig aangetast. Voor Carlo en zijn ouders is het frustrerend dat het parket niet doortastender optreedt. Ook de bemiddeling vinden ze een flop omdat niet de opzetters van de blog maar een ‘meeloper’ aangeschreven werd. Jef van zijn kant begrijpt dat Carlo klacht indient maar voelt zich onrechtvaardig behandeld door het parket. Een jaar na de bemiddeling belt de moeder van Carlo ons op, de wanhoop nabij: de haatblog is opnieuw op het internet geplaatst!”
“De erg jonge Heidi stuurt een mms met naaktfoto van zichzelf naar Tim, haar vriendje. Als de relatie op de klippen loopt stuurt Tim de foto door naar enkele vrienden. Kort nadien circuleert de foto op het wereldwijde web en zo komt Heidi dit te weten. Haar mama dient klacht in bij de politie. Heidi tilt tijdens ons gesprek niet meer zo zwaar aan de feiten, ze heeft Tim op de bus al een rake tik uitgedeeld om duidelijk te maken dat ze niet opgezet was met het gebeuren. De mama van Heidi is wel nog in alle staten, ze beseft dat de foto de wereld rondgaat, voor altijd. Tim en zijn ouders beseffen dat hij een zware fout heeft gemaakt, maar het was niet zijn bedoeling om de foto op het net te plaatsen. Tim biedt zijn excuses aan.”
“Andrea spuwt op school water in het gezicht van Clara, een medeleerlinge. Clara maakt als wraak een Facebookaccount aan met een bewerkte foto (karikatuur) van het spuwende meisje en nodigt haar vrienden uit om de pagina te bekijken en te becommentariëren. Dit deint steeds verder uit en Andrea stapt met haar mama naar de politie. Tijdens het bemiddelingsgesprek tilt Andrea niet zo zwaar aan de wraak via het internet, het raakt haar niet echt. Haar moeder vreest dat Andrea een scherm optrekt en eigenlijk wel geraakt is door de cyberpesterij.”
“Elisabeth zit net op de middelbare school. Via vriendjes van vriendjes wordt ze Facebookvriend van Charles, een Waals jongen die ze niet kent. Ze haalt wat foto’s op uit een album van Charles en gaat ermee aan de slag met fotoshop. Zo suggereert ze dat Charles een relatie heeft met een meisje dat ook op een van de foto’s staat. Elisabeth maakt een nieuw Facebookaccount op naam van Charles en plaatst er de bijgewerkte foto’s op. De nieuwe ‘Charles’ is geboren en gaat een eigen virtueel leven leiden. Tot de ware Charles op de hoogte komt van zijn alter ego. De politie wordt verwittigd en die zorgt ervoor dat de Facebookaccount, met de bijgewerkte foto’s, van het web wordt verwijderd. Charles en zijn ouders willen vooral dat Elisabeth beseft dat ze mensen het leven zuur maakt als ze via bewerkte foto’s in mensen hun leven indringt. Ze moet hiermee stoppen. Voor Elisabeth was dit een leuk spelletje om haar saaie avonden wat op te fleuren. Door de reactie van Charles en die van haar eigen ouders beseft ze dat ze hier mee moet stoppen.”
De enkele voorbeelden uit onze praktijk maken duidelijk dat cyberpesten een bijzonder gemakkelijke manier is om veel druk te leggen op een persoon. Sommige slachtoffers halen hun schouders even op, andere dienen klacht in om een halt toe te roepen aan de pesterij. Voor sommige slachtoffers kan het pesten zon omvang krijgen dat het een ondraaglijk juk op de schouders wordt.
Cyberpesten is bijna nooit een onschuldig tijdverdrijf. Als iemand de moeite neemt om naar de politie te stappen om klacht in te dienen, betekent dit zeer waarschijnlijk dat het pesten echt aangekomen is. Het aanbod tot bemiddeling lijkt ons zeker aangewezen. We merken dat excuses zeker gewaardeerd worden bij de benadeelden. Bemiddeling geeft hen ook de mogelijkheid om rechtstreeks of via de bemiddelaar aan te geven hoezeer de pesterijen ingegrepen hebben in hun leven. Jonge daders worden via bemiddeling uitgenodigd om stil te staan bij de effecten van hun gedrag.
Voor politie en parket die dagelijks klachten krijgen rond cyberpesten, is het wellicht niet zo eenvoudig om de ernst ervan in te schatten. Voor sommige personen zijn die pesterijen echter zeer ingrijpend. Als het parket al deze dossiers systematisch seponeert of niet de moeite doet om de hoofddaders te vinden, is het mogelijk dat ze het signaal geven dat cyberpesten niet zo ernstig moet worden genomen. Dat zou onrecht doen aan de ernstige benadeling van sommige slachtoffers en een vrijgeleide betekenen voor de jonge daders die zich eraan bezondigen.
Koen Nys, bemiddelaar BAL.