Juni 2013

Voorwoord

Een nakend afscheid.

Het was ruim op voorhand aangekondigd. Dus je zou denken dat iedereen ruim de tijd heeft gehad om zich er klaar voor te maken.

En dat is ook zo natuurlijk. Zo kennen we haar wel. Leen. Die vertrekt niet zomaar met hangende zaken achter zich. Alles wordt tot in de kleinste details overgedragen, gebriefd, opgeruimd en uitgeklaard.

En toch. Kan ik me nu niet inbeelden hoe het volgende week gaat voelen. Zonder de al-wetende-Leen daar boven. Die zekerheid dat er altijd nog iemand is die het antwoord op die moeilijke vraag wel zal weten. Of de oplossing voor die ingewikkelde kwestie.

En toch. Zien we haar met alle plezier vertrekken. Want hoe mooi is dat! Zomaar een hele nieuwe uitdaging aan gaan. Hoe dapper is dat! Zomaar in dat diepe water springen!

Enkele dagen geleden nam ik zwetend afscheid van de zomer voor ze goed en wel begonnen was. Elk begin is een eind van iets. De dagen beginnen weer te korten, de zon is voorbij haar hoogtepunt.

En toch. De zomer is nog vol belofte. De aardbeien zijn zoet en sappig.

Tegelijkertijd, aan de andere kant van de wereld. Probeert een oude man te sterven. De wereld lijkt nog niet klaar voor zijn vertrek. Alsof de mythe zou vervliegen samen met zijn laatste adem.

Terwijl ; die goede man heeft zijn leven geleefd zoals hij vond dat hij het moest leven. Hij heeft daarmee heel wat bereikt. Voor degenen om hem heen op deze bol. Laten we hem daarin eren. En zeggen: het is goed! Ga maar…

En hier… wuiven we straks Leen uit. Geven haar nog een zetje op haar verdere reis met haar kleine prins. En zullen we ook af en toe nog denken: “Hoe zou Leen dat gedaan hebben?” (en als we daar het antwoord niet op vinden, mogen we gewoon de telefoon oppakken!)

Maar misschien is het droevigste/leukste wel: te weten dat je ook zonder zal kunnen. We redden het wel hoor! We gaan die telefoon niet vastnemen, toch niet voor van dat soort vragen! En al gauw zal het lijken alsof het nooit anders was. De wereld draait door.

afbeelding1En dat het hier draait! Het samengesmolten team van de dienst ondersteunende begeleiding heeft het zo druk dat ze zichzelf nog niet eens een naam hebben kunnen geven. Onze “nieuwe” directeur Gard zoeft van de ene deelwerking naar de andere. Onmiskenbaar aanwezig. Een duidelijke windrichting. Zo veel mogelijkheden liggen open.

En wij smijten ons in de zomer! En lekken dapper ijsjes, ook in het openbaar. En bij temperaturen die te wensen over laten. Zonder ons af te vragen of dat wel mag, GASboetegewijs.

Marjan

Een pleidooi voor aandacht en vertraging…

Waarom werk ik begot als vrijwilliger bij BAL?

Twee jaar geleden werd ik begeesterd om als vrijwillige bemiddelaar bij BAL te gaan werken door het mandaat dat je krijgt vanuit de samenleving om met beide partijen (dader en slachtoff er) aan de slag te gaan op zoek naar herstel. Onlangs werd ik me bewust van een andere motivatie en die deel ik graag met jullie.

Ik was onlangs op een workshop/studiedag waar verschillende onderzoekers-fi losofen hun bevindingen toetsten rond de verbanden tussen de thema’s zingeving – vrijwilligerswerk en burgerschap. Het was een hele karwei om ter voorbereiding alle Engelstalige teksten te doorwroeten maar het was heerlijk om een dag te kunnen meedenken rond dit thema. Geïnspireerd en vervoerd stapte ik ‘s avonds terug naar huis.

In het kader van dit onderzoek werd ik als vrijwilliger bij BAL naast een tiental andere vrijwilligers geïnterviewd. Tijdens dit interview werd ik verrast door mijn eigen antwoord op de vraag naar wat me dan concreet betekenis verleende/zin gaf in het werk als vrijwilliger.

Eén van de onderzoekers onderzocht aan de hand van een aantal voorbeelden van de geïnterviewden een houding van “bewogen worden”. De basis van deze houding werd mooi weergegeven in het Engels met het woord “w(h)itnessing” hetgeen zowel betekent “erbij, bij iemand zijn” als “getuige zijn ofwel van op een afstandje zijn” en dit op hetzelfde moment. Dus op hetzelfde moment bij iemand zijn en van op een afstandje getuige zijn. Een houding die aanwezigheid vraagt maar ook passiviteit; je doet niet iets maar stelt je receptief op.

Deze houding werd mooi weergegeven door een andere geïnterviewde “het vraagt talent om in die mate nabij te zijn zodat men een discrete afstand kan bewaren en tegelijk deze afstand gedeeltelijk weet te overbruggen om nabij te zijn” . Het voorbeeld waar ik uit putte behandelde een fi etsdiefstal waar ik als leerling-bemiddelaar bij het slachtoff er op huisbezoek was. Ik zat rond een tafel met heel wat gezinsleden en joelende kinderen. Wat me onmiddellijk opviel was de chaos en het totale gebrek aan hygiëne in de kamer hetgeen bij mij zowel een oordeel als mijn hulpverleningsinstinct opriep. De jongen had de splinternieuwe fi ets nodig om naar zijn leercontract te gaan. Nochtans had de moeder heel wat begrip voor de moeder van de dader. Ze begreep hoe moeilijk het was om wat geld opzij te houden aan het einde van de maand om de schade te vergoeden en ze ging akkoord om de termijn van de terugbetaling te verlengen zodat de moeder van de dader iets meer ademruimte had . Dit voorval doorbraak als een donderslag bij heldere hemel mijn vooringenomenheid en mijn referentiekader. Deze vrouw communiceerde haar innerlijke kracht zonder dat ze zich daar zelf bewust van was. Een vrouw die zelf in moeilijke omstandigheden leefde was bereid om haar mededogen met de moeder van de dader voor te laten gaan op haar eigenbelang. Ik ervoer op dat bevoorrecht moment een nabijheid en sterke betrokkenheid met deze vrouw zonder mijn plaats als toeschouwer/getuige te verliezen. Ik was w(h)itnessing.

Op dat moment werd ik bewogen door de andere (ondanks het feit dat de andere geen vriend was, iemand die ik graag had noch bepaalde waarden mee deelde). Hier ontstond een moment van gemeenschap tussen mensen die weinig gemeen hebben. Dit “bewogen worden” overviel me, je kan het niet bewerkstelligen, hooguit een aantal voorwaarden creëren. Een niet onbelangrijke voorwaarde is het nastreven van een zuivere aanwezigheid in de relatie; een aanwezigheid die vrij is van het zoeken naar vervulling van je eigen noden. Deze beschikbaarheid is niet onmiddellijk zichtbaar, een beetje vergelijkbaar met een spiegel. Pas op het moment dat de kwetsbaarheid of de waardigheid van de ander er in weerspiegeld wordt kan het bewogen- worden weliswaar zonder enige garantie, plaats vinden. Misschien vergelijkbaar met een houding van niet-weten waar je op een al dan niet bewuste manier je beeld of je referentiekader van iemand of van een situatie laat voor wat ze is. Als je enkel vertrekt vanuit een wetende houding, is de neiging groot om sturend aanwezig te zijn en dat weerhoudt een houding van w(h)itnessing.

Ik ervaar het in mijn werk als bemiddelaar niet vanzelfsprekend om te midden van alle aandachtspunten en strategieën die je meeneemt naar een gesprek deze houding van beschikbaarheid en ontvankelijkheid blijvend te cultiveren. Maar als ik er bij momenten in slaag om als w(h)itness aanwezig te zijn en bewogen word door het verhaal van de ander staat de tijd even stil en voel ik me wezenlijk gebed in deze samenleving…

Philippe

Lees hier de volledige nieuwsbrief